Renewi in De Standaard: Samen sterk tegen afval
13 november 2025
Steeds meer Europese bedrijven worden verplicht om over hun duurzaamheidsimpact te rapporteren. Dat klinkt eenvoudig, maar het is voor hen vaak een omslachtige en tijdrovende klus. Recyclagebedrijf Renewi schiet zijn klanten te hulp met een online tool die veel werk uit handen neemt.
Voor veel bedrijven is het vandaag een stevige uitdaging om te voldoen aan de almaar uitgebreidere rapporteringsverplichtingen rond duurzaamheid. De Omnibusrichtlijn heeft de impact van de CSRD-richtlijn enigszins vertraagd, maar de dynamiek is in volle gang en gaat niet stoppen. Ondernemingen moeten hun klimaatimpact nauwkeurig in kaart brengen en daar transparant over communiceren. En dat gaat een stuk verder dan enkel de eigen operationele uitstoot.
Wat moeten bedrijven precies rapporteren?
Bedrijven moeten hun CO₂-emissies opdelen in drie zogenaamde “scopes”. Scope 1 omvat de directe emissies die ontstaan door de eigen activiteiten, zoals het verbruik van gas in de gebouwen of de uitstoot van het eigen wagenpark. Scope 2 heeft betrekking op indirecte emissies door aangekochte energie, bijvoorbeeld elektriciteit, stoom of warmte die elders wordt opgewekt. Scope 3 ten slotte omvat alle overige emissies in de waardeketen, gaande van de productie en het transport van aangekochte materialen tot het energieverbruik van verkochte producten. Net die laatste categorie maakt vaak het grootste deel van de uitstoot uit, maar is tegelijk het moeilijkst te meten.
Recyclagebedrijf Renewi heeft zijn online klantenportaal recent uitgebreid met een nieuwe CSRD-rapporteringstool die zijn klanten nauwkeurige en wetenschappelijk onderbouwde duurzaamheidsdata biedt. Bij de ontwikkeling waren onder meer TNO, de Nederlandse organisatie voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek, en het internationaal advies- en ingenieursbureau Royal Haskoning betrokken.
Van afvalverwerking naar partner in circulair ondernemen
De tool biedt ondernemingen een uitgebreid inzicht in zowel hun uitstoot als hun bijdrage aan circulariteit, met cijfers die direct inzetbaar zijn in duurzaamheidsrapporten. Maar deze data hebben ook een strategisch voordeel: ze bieden bedrijven inzicht in waar ze staan tegenover hun concurrenten en waar ze actie kunnen ondernemen en verder verbeteren. En precies daar heeft Renewi een rol te spelen. Deze nieuwe tool is inderdaad een mooi voorbeeld van hoe het recyclagebedrijf verschuift van een klassieke afvalverwerker naar een strategische partner. Het bedrijf ondersteunt klanten niet alleen bij hun rapportageverplichtingen, maar ook bij het opmaken van ambities en concrete verbetertrajecten. Zo kan onder meer bepaald worden waar een klant vandaag staat op vlak van circulariteit en waar ingrepen het meeste impact hebben. Dat kan gaan van betere afvalscheiding tot zeer uitgebreide circulaire projecten waarbij materialen gerecupereerd worden.
Duurzaamheid op maat van elke sector
De ondersteuning verschilt uiteraard ook per sector: pakweg de retail focust op verpakkingen en logistiek, terwijl de industrie inzet op gevaarlijk afval en materiaalhergebruik. Daarom bevat de tool sectorspecifieke indicatoren die aansluiten bij de realiteit en de regelgeving van elke branche. Ook intern versnelt Renewi zijn duurzaamheidsinspanningen. Het bedrijf biedt vandaag het volledige circulaire plaatje: van efficiënte ophaling en verwerking tot het aanbieden van hergebruikte en circulaire materialen aan producenten. Met initiatieven als de elektrificatie van de vloot, circulair beton voor de bouwsector en nauwe samenwerkingen in de keten, verkleint Renewi niet alleen zijn eigen voetafdruk, maar versterkt het ook de duurzaamheidsimpact van zijn klanten. Zo groeit de samenwerking steeds vaker uit tot langlopende partnerschappen die structurele vooruitgang mogelijk maken.

Sorteren: geen kost, maar een opbrengst
Een doordacht afvalbeleid en een verfijnde, gescheiden inzameling worden door veel bedrijfsleiders nog te vaak gezien als een noodzakelijke kost. Dat is een misvatting. Voor de meeste bedrijven levert het net meer op dan het kost.
De baten oplijsten van een goed afvalbeleid is niet eens zo moeilijk. Door restafval te vermijden en recycleerbare stromen correct te sorteren, dalen bijvoorbeeld meteen de facturen voor ophaling en verwerking. Zo betaal je voor restafval veel meer per kilo dan voor circulaire stromen zoals papier, karton of metalen. Bedrijfsleiders die dat verschil maken, zien dat meteen terug op de balans.
“Uit onderzoek blijkt dat bedrijven nog te vaak recycleerbare fracties bij het restafval gooien”, zegt OVAM-woordvoerder Jan Verheyen. “Om dit tegen te gaan, zal de afvalinzamelaar vanaf 1 januari 2026 de inzameling van het bedrijfsrestafval moeten factureren op basis van het werkelijk aangeboden gewicht. Minder restafval betekent een lagere factuur. Op die manier zetten we aan tot betere sortering aan de bron, maar vooral ook op preventie van afval. Want wie minder niet-recycleerbaar afval produceert, moet logischerwijs ook minder betalen.”
Maar er zijn ook operationele voordelen. Door inzicht te krijgen in de afvalstromen ontdekken ondernemingen waar hun processen inefficiënt verlopen. Onverwacht veel verpakkingsafval? Dan kan slimmer bestellen of herbruikbare materialen gebruiken helpen. Te veel voedselverlies in de keuken? Dan loont een optimalisatie van de voorraad en de menuplanning. Data van afval vormen zo steeds vaker een echte managementtool.
Goed voor het imago
Ook het imago krijgt meteen een duw in de rug. Zowel klanten als leveranciers verwachten tegenwoordig dat bedrijven duurzaam handelen. Een goed zichtbaar afvalbeleid toont dat je je verantwoordelijkheid neemt en actief bijdraagt aan de maatschappij. Voor jonge sollicitanten, die duurzaamheid vaak hoog op hun agenda zetten, kan het zelfs een doorslaggevend argument zijn om een arbeidscontract te tekenen.
Daarnaast lopen ook Europese verplichtingen verder op, denk bijvoorbeeld aan rapportageverplichtingen of strengere doelstellingen rond recyclage. Wie nu hierin investeert, vermijdt later boetes en extra kosten om in regel te zijn. Het is dus ook een risicobeperking.
Tot slot wordt afval steeds vaker gezien als grondstof. Metalen, papiervezels of bepaalde plastics hebben wel degelijk een reële marktwaarde. Bedrijven die deze stromen gescheiden houden, kunnen ze verkopen of goedkoper laten ophalen. Zo wordt afval een bron van opbrengst in plaats van kosten.
Afval als hefboom
De conclusie is duidelijk: een goed afvalbeleid is een hefboom. Het verlaagt kosten, verbetert processen, versterkt reputaties en spreekt nieuw talent aan. Elk bedrijf dat vooruit wil, kijkt dus beter niet alleen naar wat afval kost, maar vooral naar wat het opbrengt.
Meten is weten: hoe afvalrapportering bedrijven slimmer maakt
Veel ondernemingen zien het correct rapporteren van hun afvalstromen nog vooral als een puur administratieve verplichting (en dus een pure kost). Nochtans kan het zo veel meer zijn dan dat: een hefboom naar zowel kosten- als milieubesparingen, maar ook een strategische tool die onverwachte inzichten over de bedrijfsvoering biedt.
Belgische bedrijven die afval produceren, zijn wettelijk verplicht om die stromen te rapporteren in een zogeheten afvalstoffenregister. Dat zorgt voor transparantie over hoeveel en welke afvalstoffen er allemaal in een bedrijf circuleren, en dat niet alleen voor de toezichthouder, maar ook voor het management zelf. De bedrijfsleiding kan via het register snel en eenvoudig nagaan welke afvalsoorten ze het meest produceren en waar reductie of hergebruik dus het snelste resultaat oplevert. Op die manier vormt rapportage al een eerste stap richting inzicht, want: meten is weten.
Door meer inzicht in de afvalstromen krijgen ondernemingen ook beter grip op de bijbehorende kosten. De kosten voor verbranden of storten, de heffingen en de kosten voor het verwijderen van gevaarlijk afval kunnen immers stevig oplopen. Een goede rapportering reduceert ook nog het risico op een andere kostenpost: die van de boetes. Wie niet correct rapporteert en betrapt wordt, mag immers een boete in de bus verwachten.
Maar er is natuurlijk meer dan enkel dat repressieve luik. Aan het rapporteren van afval hangen ook strategische voordelen vast. Meer en meer bedrijven beseffen dat afval de basis kan vormen voor nieuwe grondstoffen. Door hun afvalstromen goed in kaart te brengen, geven ze zichzelf de kans om materialen die aanvankelijk op de afvalberg belandden terug te winnen, te hergebruiken of zelfs te verkopen.
Rapportering wordt zo een springplank naar een efficiënter gebruik van grondstoffen. Een productiebedrijf dat in zijn rapportage bijvoorbeeld merkt dat metaalafval doorweegt, kan besluiten om vroeg in de keten te sorteren en het schroot aan een metaalverwerker te verkopen. Dat verlaagt de kosten én zorgt voor extra inkomen, twee vliegen in één klap.
Uit cijfers van 2022 blijkt dat in Vlaanderen globaal iets meer dan 60% van het bedrijfsafval (exclusief bouw- en sloopafval) na maximaal twee verwerkingsstappen naar een of andere vorm van materiaalrecuperatie gaat. Dat klinkt goed, maar het wil ook zeggen dat bijna 40% van het afval nog altijd niet optimaal werd hergebruikt.
Er is dus nog werk aan de winkel.
[Bron: De Standaard 8/11/2025]